Inhoudsopgave
De jaarlijkse aangifte inkomstenbelasting (IB) is voor veel ondernemers een berucht en gevreesd moment. Waar mensen in loondienst vaak met een paar klikken klaar zijn, is de ‘P-aangifte’ voor ondernemers een complexer en uitgebreider document. Het vereist dat je je volledige winst- en verliesrekening en balans overdraagt aan de Belastingdienst. Het bedrag dat onderaan de streep verschijnt, bepaalt voor een groot deel je financiële realiteit. Het is daarom cruciaal om niet pas in maart of april te kijken wat de schade is, maar om het hele jaar door grip te houden op je verwachte inkomstenbelasting.
Van winst naar belastbaar inkomen
Het belangrijkste om te begrijpen is het verschil tussen je winst en je belastbaar inkomen. Je winst is simpelweg je omzet minus al je zakelijke kosten. Dit is echter niet het bedrag waarover je direct belasting betaalt. Van deze winst mag je eerst de ondernemersaftrek (zoals de zelfstandigenaftrek) aftrekken, mits je aan het urencriterium voldoet. Over het bedrag dat dan overblijft, bereken je de MKB-winstvrijstelling, die je er ook nog eens vanaf mag halen. Het bedrag dat dan resteert, vormt samen met eventuele andere inkomsten (zoals uit loondienst of je eigen woning) je belastbaar inkomen in Box 1. Het is dit lagere bedrag dat progressief wordt belast.
Het schijvensysteem en de ZVW
Nederland kent in Box 1 een progressief belastingstelsel met twee schijven (in 2024). Dit betekent dat je over het eerste deel van je inkomen een lager percentage belasting betaalt dan over het deel dat daarbovenuit komt. Als ondernemer betaal je echter niet alleen inkomstenbelasting (IB), maar ook de Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW). Dit is een percentage over je belastbare winst, tot een bepaald maximum. Mensen in loondienst betalen dit ook, maar dan wordt het door de werkgever ingehouden. Als ondernemer moet je dit zelf ophoesten via een aparte aanslag. Bij elkaar opgeteld kan de gecombineerde druk van IB en ZVW flink oplopen.
De voorlopige aanslag
Omdat de Belastingdienst niet wil wachten tot anderhalf jaar na dato op zijn geld, werken ze met voorlopige aanslagen. Als je eenmaal als ondernemer bekend bent bij de fiscus, krijg je aan het begin van het jaar een voorlopige aanslag inkomstenbelasting en ZVW, gebaseerd op je resultaten van voorgaande jaren. Je betaalt de belasting dan in maandelijkse termijnen vooruit. Dit helpt enorm bij je cashflowmanagement, omdat je de pijn verdeelt. Het is echter cruciaal om deze voorlopige aanslag scherp in de gaten te houden. Verwacht je dit jaar veel meer winst te maken? Vraag dan zelf een hogere voorlopige aanslag aan, anders krijg je volgend jaar een enorme naheffing.
Proactief geld opzij zetten
De grootste financiële fout die een zzp’er kan maken, is leven van zijn banksaldo. Het geld dat je ontvangt van klanten is niet van jou; een groot deel ervan is van de Belastingdienst. Zonder een voorlopige aanslag, of als je winst veel hoger uitvalt dan verwacht, moet je zelf de discipline opbrengen om geld te reserveren. Een goede vuistregel is om van elke factuur die binnenkomt, direct 30% tot 40% over te maken naar een aparte zakelijke spaarrekening. Label deze rekening ‘Belasting’ en kom er niet aan. Dit geld is gereserveerd voor je btw-aangiftes en de uiteindelijke afrekening van de inkomstenbelasting. Dit geeft financiële rust en voorkomt paniek.
Het nut van een boekhoudpakket
Het is vrijwel onmogelijk om gedurende het jaar grip te houden op je inkomstenbelasting zonder een actuele administratie. Je online boekhoudpakket is hierbij je beste vriend. Je winst- en verliesrekening wordt real-time bijgewerkt. Veel moderne pakketten bieden zelfs een ‘IB-simulator’ of een prognosemodule. Op basis van je huidige resultaten en je verwachte omzet voor de rest van het jaar, rekent de software een schatting uit van je te betalen inkomstenbelasting. Hierbij wordt al rekening gehouden met aftrekposten. Door maandelijks naar deze prognose te kijken, weet je precies wat je te wachten staat en kun je je reserveringen hierop aanpassen.