Inhoudsopgave
Beginnen als ondernemer is een grote financiĆ«le stap. De overheid begrijpt dat starters in de beginfase een steuntje in de rug kunnen gebruiken en heeft daarom diverse fiscale stimuleringsregelingen in het leven geroepen. De startersaftrek is een van de meest waardevolle. Dit is geen opzichzelfstaande regeling, maar een verhoging van de reguliere ‘zelfstandigenaftrek’. De combinatie van deze aftrekposten kan je belastbare winst in de eerste jaren zo drastisch verlagen dat je netto veel meer overhoudt. Het is echter geen cadeautje dat je zomaar krijgt; je moet aan strikte voorwaarden voldoen om dit voordeel optimaal te benutten.
Wat is de startersaftrek
De startersaftrek is een vast bedrag (in 2024 bijvoorbeeld 2.123 euro) dat je van je winst mag aftrekken bovenop de zelfstandigenaftrek. Het werkt als volgt: je berekent je winst (omzet minus kosten). Van dat bedrag trek je eerst de zelfstandigenaftrek en daarbovenop de startersaftrek af. Over het veel lagere bedrag dat overblijft, betaal je pas inkomstenbelasting. Je mag deze aftrek maximaal drie keer toepassen in de eerste vijf jaar van je ondernemerschap. Deze flexibiliteit is belangrijk: als je in je eerste jaar nauwelijks winst maakt, kun je ervoor kiezen de aftrek dat jaar niet te gebruiken, maar te bewaren voor een later, winstgevender jaar.
De voorwaarden op een rij
Om deze aantrekkelijke aftrekpost te kunnen claimen, stelt de Belastingdienst een aantal harde eisen. Allereerst moet je door de fiscus worden aangemerkt als ‘ondernemer voor de inkomstenbelasting’. Daarnaast moet je in de vijf voorgaande kalenderjaren niet altijd ondernemer zijn geweest; je moet dus echt een ‘starter’ zijn. Ook mag je in diezelfde periode de zelfstandigenaftrek niet meer dan twee keer hebben toegepast. En tot slot, de meest bekende en meest gecontroleerde voorwaarde: je moet in het kalenderjaar voldoen aan het urencriterium. Zonder het behalen van dit criterium heb je geen recht op zelfstandigenaftrek, en dus ook niet op de startersaftrek.
Het cruciale urencriterium
Het urencriterium is de spil waar bijna alle ondernemersaftrekposten om draaien. De Belastingdienst eist dat je kunt aantonen dat je minimaal 1.225 uur in een kalenderjaar aan je onderneming hebt besteed. Dit komt neer op een gemiddelde van ruim 23 uur per week, het hele jaar door. Een veelgemaakte fout is denken dat dit alleen declarabele uren zijn. Dat is onjuist. Alle uren die je aan je bedrijf besteedt, tellen mee: reistijd, acquisitie, marketing, administratie, het bouwen van je website en het volgen van een vakgerichte cursus. Het bijhouden van een sluitende urenregistratie is dus geen advies, maar een absolute noodzaak om je aftrek veilig te stellen.
Hoe optimaal te benutten
Om het maximale uit de startersaftrek te halen, is een goede planning vereist. Zoals gezegd, je wilt de aftrek alleen inzetten in jaren waarin je daadwerkelijk winst maakt. Een aftrekpost toepassen op een verlies levert je immers niets op. Zorg er dus voor dat je winst hoog genoeg is om van het voordeel te profiteren. Wees je ook bewust van de 1.225-uursgrens, zeker als je halverwege het jaar start. Je moet die uren nog steeds halen in de resterende maanden. Je accountant kan je helpen bij deze planning. Hij of zij kan adviseren of het slim is om de aftrek in een bepaald jaar te claimen of juist te bewaren voor later, binnen die termijn van vijf jaar.